Deel 1
Voor zijn catechese tijdens de algemene audiëntie van woensdag 23 februari 2022 startte de paus met een nieuw thema: zin en waarde van de ouderdom.
Geliefde broeders en zusters!
We hebben de catechese over de Heilige Jozef beëindigd. Vandaag starten we een catechesetocht die inspiratie zoekt in Gods woord over zin en waarde van de ouderdom. We gaan nadenken over de ouderdom. Sinds enkele tientallen jaren staat deze leeftijd voor een waarlijk ‘nieuw volk’: de bejaarden. Nooit zijn we in de geschiedenis van de mensheid zo talrijk geweest. De dreiging uitgesloten te worden is er vaak: nooit zo talrijk geweest, nooit groter dreiging van uitsluiting.
Bejaarden worden vaak gezien als ‘een last’.
In de dramatische eerste periode van de wereldwijde epidemie hebben zij de hoogste prijs betaald. Ze waren al het zwakke en verwaarloosde deel. In leven keken we niet erg naar hen uit. We hebben ze zelfs niet zien sterven. Ik heb een verklaring gevonden over de rechten van de bejaarden en de plichten van de samenleving. Uitgegeven door regeringen, niet door de Kerk. Een burgerlijke zaak: goed en belangrijk. Bejaarden hebben rechten. Het zou goed zijn dit te lezen.
Dringende kwestie
Tegelijk met migratie is ouderdom een van de dringendste kwesties die de menselijke familie in deze tijd moet aanpakken. Het gaat niet slechts om een getalsmatige verandering. In het geding is de eenheid van de leeftijden van het leven, met andere woorden: het gaat om de maatstaf voor het verstaan en het waarderen van het menselijke leven in zijn geheel. We stellen ons de vraag: is er vriendschap, verbondenheid tussen de verschillende leeftijden van het leven of hebben scheiding en uitsluiting de overhand?
Demografische winter
We leven allen in een heden waarin kinderen, jongeren, volwassenen en bejaarden samenleven. Maar de proporties zijn veranderd. De levensduur is massaal verlengd en, in grote streken van de wereld, is het kindertal gering. Er wordt zelfs gesproken over een demografische winter. Een onevenwicht dat vele gevolgen heeft. De heersende cultuur heeft de jongvolwassene als enig model, dat wil zeggen: een zelfredzaam individu dat immer jong blijft.
Maar, is dat waar dat de jeugd de volle zin van het leven heeft terwijl de ouderdom slechts de leegte en het verlies vertegenwoordigt?
Is dat waar? Slechts de jeugd bezit de volle zin van het leven en de ouderdom is de leegte van het leven, verlies van leven? De verheerlijking van de jeugd als enige leeftijd waardig om het menselijk ideaal te vertolken, samen met het misprijzen voor de ouderdom, gezien als broosheid, aftakeling of handicap, is het heersende beeld van de heersende machten in de twintigste eeuw. Hebben we dit vergeten?
Wel zorgplannen, geen bestaansprojecten
De verlenging van het leven heeft een structurele invloed op de geschiedenis van enkelingen, gezinnen en samenlevingen. We moeten ons de vraag stellen: zijn de spirituele kwaliteit en de gemeenschapszin, voorwerp van denken en liefde, aangepast aan dit gegeven? Moeten bejaarden misschien verontschuldigingen aanbieden voor hun overleven ten koste van anderen? Of kunnen ze geëerd worden omwille van de gaven die ze aanbrengen aan levenszin voor allen? Immers, bij de vertolking van de zin van het leven – en precies in de zogenaamde ‘ontwikkelde’ culturen – heeft ouderdom weinig invloed. Waarom? Omdat ouderdom beschouwd wordt als een leeftijd die weinig bijzondere inhoud te bieden heeft evenmin als eigen zingeving aan het leven. Meer nog, het ontbreekt aan aanmoediging van mensen om hen op te zoeken en het ontbreekt de gemeenschap aan vorming om ze te erkennen. Dus, voor een leeftijd die een bepalend deel van de samenlevingsruimte inneemt en gaat over een derde van het hele leven zijn er – soms – zorgplannen, maar geen bestaansprojecten. Zorgplannen, ja. Maar geen projecten om volop te kunnen leven. Dit is een leegte in het denken, in de verbeelding, in de creativiteit.
In dit denken is de bejaarde man, de bejaarde vrouw, wegwerp materiaal. In deze wegwerpcultuur fungeren bejaarden als wegwerp materiaal.
Verloren schat
Jeugd is zeer mooi, maar eeuwige jeugd is een zeer gevaarlijke begoocheling.
Oud zijn is even belangrijk – en mooi – als jong zijn.
Laten we ons dat herinneren. De verbondenheid tussen de generaties, die aan het menselijke de leeftijden van het leven schenken, is onze verloren schat en die moeten we terugvinden. Moet teruggevonden worden, in deze wegwerpcultuur en in deze cultuur van de productiviteit.
Jongeren en de dromen van ouderen
Gods woord heeft veel te zeggen over deze verbondenheid. Zojuist hebben we de profetie van Joël gehoord: Profeteren zullen uw zonen en uw dochters, uw ouderen zullen dromen krijgen (3,1). Men kan dit als volgt verstaan: als de ouderen weerstand bieden aan de Geest, door hun dromen in het verleden te begraven, dan slagen jongeren er niet meer in te zien wat ze moeten doen om de toekomst mogelijk te maken.
Wanneer echter de ouderen hun dromen met jongeren delen, zien jongeren goed wat ze moeten doen.
Jongeren die niet langer de dromen van de ouderen bevragen, en alleen dromen zien die niet verder gaan dan hun neus lang is, hebben moeite met het dragen van hun heden en met het verdragen van hun toekomst. Als grootouders terugplooien in zwaarmoedigheid, zullen jongeren zich nog meer buigen over hun smartphone. Het scherm blijft misschien aan, het leven echter dooft voortijdig. Bestaat de ergste terugslag van de wereldwijde epidemie niet in het verdwalen van de jongeren? Ouderen bezitten de rijkdom van het geleefde leven waarop ze elk ogenblik een beroep kunnen doen. Zullen ze alleen maar kijken naar de jongeren die hun visioen verliezen of zullen ze hen begeleiden en hun dromen aanwakkeren? Wat zullen de jongeren doen met de dromen van de ouderen?
Een gave voor alle leeftijden
De wijsheid van de lange weg die de ouderdom naar zijn afscheid begeleidt, moet beleefd worden als een gave van levenszin en niet verbruikt worden als stilstand ter overleving. Als aan de ouderdom niet de waardigheid terug geschonken wordt, een menswaardig leven passend, dan zal hij zich opsluiten in een vernedering die allen van liefde berooft. Deze uitdaging aan menselijkheid en beschaving vraagt om onze inzet en om de hulp van God. Vragen we dat aan de Heilige Geest. Door deze catecheses over de ouderdom zou ik iedereen willen aanmoedigen gedachten en gevoelens te wijden aan de gaven die hij met zich brengt en schenkt aan de andere leeftijden van het leven.
De ouderdom is een gave voor alle leeftijden van het leven. Het is een gave van rijpheid, van wijsheid.
Het Woord van God zal ons helpen de zin en de waarde van de ouderdom te onderkennen. Moge de Heilige Geest ook aan ons de dromen en visoenen schenken waaraan we nood hebben. En ik zou willen onderlijnen, zoals we aan het begin in de profetie van Joël gehoord hebben, dat het belangrijke niet alleen is dat de bejaarde zijn plaats van wijze heeft, van beleefde geschiedenis in de samenleving, maar ook dat er een gesprek is dat deelneemt aan de discussie met de jongeren.
Jongeren moeten discussiëren met ouderen en de ouderen met de jongeren. Die brug zal de overdracht zijn van de wijsheid in de mensheid.
Ik hoop dat deze gedachten voor ons allen nuttig zijn om de werkelijkheid te bevorderen die de profeet Joël ter sprake bracht. Dat in de dialoog tussen jongeren en ouderen, de ouderen dromen aanbrengen en dat de jongeren die zouden aannemen en verder dragen. Laten we niet vergeten dat in de cultuur – zowel in het gezin als in de samenleving – de ouderen als de wortels van de boom zijn: zij bezitten de hele geschiedenis en de jongeren zijn als de bloesems en vruchten. Zonder sap, laten we zeggen zonder ‘doorstroming’ vanuit de wortels zullen ze nooit bloeien. Laten we de dichter niet vergeten die ik al vaak genoemd heb: Al wat een boom aan bloesem krijgt, komt van wat hij ondergronds heeft (Francisco Luis Bernàrdez). Al het mooie van een samenleving heeft te maken met de wortels van de ouderen. Om die reden, zou ik in deze catecheses de figuur van de oudere voor het voetlicht willen brengen, zodat men goed zou verstaan dat de oudere geen wegwerp materiaal is.
De oudere is een zegen voor de samenleving.
Deel 2
In zijn tweede catechese over ouderdom tijdens de algemene audiëntie van woensdag 2 maart 2022 sprak de paus over de mogelijkheden van bejaard zijn.
‘Verbond en dialoog tussen generaties zijn onontbeerlijk’
Geliefde broeders en zusters, goedendag!
In het Bijbelse verhaal van de afstamming van de oerouders valt meteen hun hoge ouderdom op. Het gaat om eeuwen! Wanneer begint in dat geval de ouderdom? Men kan zich deze vraag stellen. En wat betekent het dat die voorvaderen zo lang blijven leven nadat ze kinderen hebben voortgebracht? Ouders en kinderen leven samen, gedurende eeuwen! Dat tijdsverloop in eeuwen, als een ritueel verhaald, geeft aan het verband tussen ouderdom en afstamming een symbolische, zeer sterk symbolische betekenis.
Inwijding
Het heeft er de schijn van dat het doorgeven van het menselijke leven, heel nieuw in het geschapen heelal, vraagt om een langzame en verlengde inwijding. Alles is nieuw bij het begin van een schepsel dat geest en leven is, geweten en vrijheid, gevoeligheid en verantwoordelijkheid. Het nieuwe leven – het menselijke leven – ondergedompeld in de spanning tussen zijn oorsprong naar het beeld en gelijkenis met God en de broosheid van zijn sterfelijk bestaan, is een nieuwheid die geheel moet ontdekt worden. Het vraagt een lange tijd van inwijding, waarbij de wederkerige steun van de generaties noodzakelijk is, om de ervaringen te ontcijferen en zich te laten aanspreken door de geheimen van het leven. In deze lange tijd, langzaam, wordt ook de geestelijke hoedanigheid van de mens gecultiveerd.
Overdreven snelheid
In zekere zin, wekt elke periode in de menselijke geschiedenis het gevoel: het lijkt wel of we van voorafaan met kalmte moeten herbeginnen met de vragen over de zin van het leven, terwijl het verloop van het menselijke bestaan overvol is van nieuwe en onvoorziene vragen. Ongetwijfeld brengt de opstapeling van de culturele herinneringen de noodzakelijke vertrouwdheid mee om de onvoorziene ontwikkelingen aan te kunnen. De tijd nodig voor de overdracht wordt korter, maar de tijd nodig voor de opname blijft steeds geduld vragen. De overdreven snelheid die alle overgangen in ons leven voortstuwt, maakt elke ervaring meer oppervlakkig en minder ‘voedend’.
Jongeren zijn onbewust slachtoffer van deze breuk tussen de tijd van het uurwerk, die verschroeiend is, en de tijden van het leven die een gepaste ‘gisting’ vragen.
Een lang leven maakt het mogelijk die lange perioden te beleven en de nadelen van de haast te ervaren.
Obsessie van de haast
De ouderdom vraagt zeker om tragere ritmes en dat zijn niet uitsluitende tijden van stilstand. De maat van deze ritmes opent immers, voor allen, ruimte voor de levenszin voordien ongekend wegens de obsessie van de haast. De band verliezen met de trage ritmes van de ouderdom sluit deze ruimte voor allen af. Het is tegen deze achtergrond dat ik een feest gewild heb voor de grootouders, op de laatste zondag van juli. De band tussen de twee uiterste generaties van het leven – kinderen en bejaarden – biedt ook hulp aan de andere twee – jongeren en volwassener om zich wederkerig te verbinden om het bestaan van allen te verrijken met menselijkheid.
Er is dialoog nodig tussen de generaties.
Indien er geen dialoog is tussen jongeren en ouderen, tussen volwassenen dan blijft elke generatie afgezonderd en kan haar boodschap niet doorgeven. Een jongeren die niet verbonden is met zijn wortels, en dat zijn de grootouders, krijgt geen kracht – zoals de boom zijn kracht krijgt van de wortels -en groeit slecht, groeit ziek, groeit zonder verwijzingen. Daarom moet men, als een menselijke noodzaak, de dialoog tussen de generaties zoeken. En die dialoog is bijzonder belangrijk tussen grootouders en kleinkinderen die de twee uitersten zijn.
‘Tijd verliezen’
Laten we ons een stad voorstellen waarin de samenleving van de verschillende leeftijden integrerend deel is van het gehele project van haar woongebied. Laten we denken aan de liefdevolle relaties tussen bejaarden en jeugd die afstralen op de algemene stijl, van de relaties. Deze overlapping van generaties zal een bron van energie worden voor een humanisme dat echt zichtbaar en leefbaar is. De moderne stad heeft een vijandige houding tegenover ouderen (en niet toevallig, ook tegenover kinderen).
Een samenleving die deze geest van uitsluiting in zich heeft en zovele ongewenste kinderen uitsluit, sluit ook de bejaarden uit.
Men sluit ze uit, ze dienen nergens voor en dus zet men ze in het bejaardenhuis in het zorgcentrum … De overdreven haast brengt een centrifugale kracht mee die ons wegvaagt als confetti. Men verliest totaal het zicht op het geheel. Ieder klemt zich vast aan het eigen stukje dat meedrijft op de golven van de markt voor wie trage ritmes verlies zijn en snelheid geld betekent. De overdrijving van de haast verpulvert het leven, maakt het niet intenser. Wijsheid vraagt ‘tijdverlies’. Als je naar huis terugkeert en met je kind, jongen of meisje, ‘tijd verliest’ dan is dit begaan zijn van fundamenteel belang voor de samenleving. En wanneer je naar huis terugkeert en opa of oma treft die misschien niet zo helder meer denkt of wat moeizamer ter tale is, en je blijft met hem of haar ‘tijd verliezen’, dan versterkt dit ‘tijd verliezen’ het menselijke gezin.
Het is belangrijk tijd te besteden – tijd die geen opbrengst tijd is – met kinderen en bejaarden omdat zij ons een andere bekwaamheid schenken om naar het leven te kijken.
Verbond tussen generaties
De pandemie, waarmee we nog steeds moeten leven, heeft een oponthoud bewerkt – spijtig genoeg op pijnlijke wijze – in de stompzinnige cultus van de snelheid. In die periode hebben de grootouders een dijk gevormd tegen de gevoelsmatige ‘uitdroging’ van de kleinsten.
Het zichtbare verbond tussen de generaties, dat er de tijden en ritmes van regelt, geeft ons opnieuw hoop niet zonder zin te leven.
Het geeft aan eenieder opnieuw de liefde voor ons kwetsbare leven, door de weg te versperren aan de obsessie van de haast, die het gewoonweg verslindt. De sleutelzin is deze ‘tijd verliezen’. Aan ieder van jullie stel ik de vraag: ben jij in staat tijd te verliezen, of ben je steeds opgejaagd door de snelheid? Neen, ik ben gehaast, ik kan niet …? Ben je in staat tijd te verliezen met de grootouders, met de oudjes? Ben je in staat tijd te verliezen door met je kinderen te spelen, met de kleinen? Dit is het vergelijkingspunt. Denk even na. Dit geeft aan ieder van ons opnieuw de liefde voor ons kwetsbare leven, door – zoals ik zegde – de weg te versperren aan de obsessie van de haast, die het gewoonweg verslindt. De ritmes van de ouderdom zijn een onmisbare bron om de zin van het leven, getekend door de tijd, te vatten. Ouderen hebben hun ritmes. Ritmes echter die ons helpen. Dankzij deze bemiddeling wordt de bestemming van het leven als ontmoeting met God geloofwaardiger. Een plan dat verborgen is in de schepping van het menselijk wezen naar zijn beeld en gelijkenis en dat bezegeld werd in de menswording van Gods Zoon.
Verandering is nodig
Vandaag is er voor het menselijke leven een langere levensduur. Dit biedt ons de mogelijkheid de verbondenheid tussen de verschillende tijden van het leven aan te halen. Veel levensduur vraagt meer verbondenheid. Het helpt ons ook de verbondenheid te doen groeien met de zin van het leven in zijn geheel. De zin van het leven bestaat niet slechts op volwassen leeftijd, vanaf 25 tot 60 jaar. De zin van het leven is alles, van geboorte tot dood en je zou bij machte moeten zijn om met allen in gesprek te gaan, ook gevoelsmatige relaties met allen te hebben, zo zal volwassenheid rijker zijn, sterker. En het geeft ons ook de zin van het leven als geheel. Moge de Geest ons de wijsheid en de kracht schenken voor deze verandering: er is een verandering nodig.
De overmacht van de tijd van het uurwerk moet omgebogen worden tot de schoonheid van de levensritmen. Dat is de verandering die we moeten bewerken in onze harten, in het gezin, in de samenleving.
Ik herhaal: veranderen wat is dat? Dat de overmacht van de tijd van het uurwerk omgebogen zou worden tot de schoonheid van de levensritmen. De overmacht veranderen van de tijd die ons voortdurend opjaagt in ritmes eigen aan het leven. De verbondenheid van de generaties is onmisbaar. In een samenleving waarin ouderen niet spreken met de jongeren, de jongeren niet praten met de ouderen, de volwassenen niet spreken met de bejaarden en ook niet met de jongeren, is een onvruchtbare samenleving, een samenleving die niet naar de toekomst kijkt maar alleen naar zichzelf. Zij wordt eenzaam. Moge God ons helpen de aangepaste muziek te vinden voor deze harmonisatie van de verschillende leeftijden: kleintjes, bejaarden, volwassenen allen samen. Een mooie symfonie van de dialoog.
Deel 3
Strijd tegen corruptie in de wereld naar het voorbeeld van Noach!
In zijn derde catechese over ouderdom tijdens de algemene audiëntie van woensdag 16 maart 2022 sprak Paus Franciscus over ‘de gewoonte’ achter de corruptie.
Geliefde broeders en zusters, goedendag!
Het Bijbelverhaal – geschreven in de symbolentaal van die tijd – leert ons iets indrukwekkends: God was dermate verbitterd door de heersende boosheid van de mensen, het was een gangbare levensstijl geworden, dat Hij meende dat hun schepping een vergissing was en besloot hen uit te roeien. Een finale oplossing. Misschien met het uitzicht van een omgekeerde barmhartigheid. Geen mensen meer, geen geschiedenis meer, geen oordeel meer, geen veroordeling meer. En veel toekomstige slachtoffers van misbruik, geweld, onrecht zouden voor altijd gespaard blijven.
Profeten van de mislukking
Overkomt het ook ons niet – overweldigd door een gevoel van onmacht tegenover het kwaad of ontmoedigd door de “profeten van de mislukking” – te denken dat het beter zou zijn we niet geboren waren? Moeten we geloof hechten aan sommige hedendaagse meningen die de menselijke soort zien als een schade van de evolutie voor onze planeet. Alles negatief? Neen.
Atoomoorlog
In feite staan we onder druk, door tegenstrijdige uitdagingen die ons in verwarring brengen. Enerzijds kennen we het optimisme van een eeuwige jeugd, aangewakkerd door de buitengewone vooruitgang van de techniek, die ons een toekomst voorspiegelt vol steeds efficiëntere machines, verstandiger dan wij, die al onze kwalen zullen verzorgen en in onze plaats de beste oplossingen zullen vinden om niet te sterven: de wereld van de robots. Anderzijds wordt onze verbeelding steeds meer toegespitst op de finale catastrofe die ons zal uitroeien. Dat gebeurt bij een atoomoorlog. De ‘dag erna’ – als er dan nog dagen en mensen zijn – moet men van nul herbeginnen. Alles vernietigen om van nul opnieuw te beginnen. Ik wil het thema van de vooruitgang natuurlijk niet banaliseren. Maar het schijnt dat het symbool van de zondvloed terrein wint in ons onderbewustzijn. De huidigs pandemie is overigens een niet geringe bedreiging voor onze zorgeloze voorstelling van de dingen die van belang zijn voor het leven en zijn toekomst.
Noach
In het Bijbelverhaal, wanneer het erop aankomt het leven op aarde te behoeden voor de ondergang door de zondvloed, vertrouwt God deze onderneming toe aan de oudste van allen, de ‘gerechte’ Noah. Ik stel mij de vraag: zal de oude dag de wereld redden? In welke zin? En hoe zal de wereld de oude dag redden? Wat is het perspectief? Het leven na de dood of slechts overleven tot aan de zondvloed?
Misbruik
Een woord van Jezus dat de ‘dagen van Noah’ oproept, helpt ons de zin verdiepen van het deel uit de Bijbel dat we hebben gehoord. Jezus spreekt over het einde van de tijden en zegt: En zoals het was in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van de Mensenzoon. Zij aten en dronken, huwden en werden ten huwelijk gegeven tot op de dag waarop Noach de ark binnenging en de zondvloed kwam, die allen verdelgde. (Lc 17,26-27). Inderdaad, eten en drinken, huwen en ten huwelijk geven zijn gewone dingen en lijken geen voorbeelden van misbruik. Waar zit het misbruik? Waar was daar het misbruik? Feitelijk legt Jezus de nadruk op het feit dat de mensen, wanneer zij zich beperken tot het genieten van het leven, zelfs het misbruik niet meer waarnemen dat de waardigheid ervan aantast en de zin ervan vergiftigt.
Wanneer men de waarneming van het misbruik verliest en misbruik een gewone zaak wordt: dan heeft alles zijn prijs, alles!
Men koopt en verkoopt, meningen, gerechtsdaden … In de zakenwereld en in de wereld van veel beroepen is dit gewoon. Ook corruptie wordt zorgeloos beleefd alsof ze deel uitmaakt van de normale menselijk welvaart. Als men iets laat maken en dat verloopt nogal traag, dan hoort men vaak zeggen: Bah, als je me een fooi geeft, zal ik het sneller laten verlopen. Vaak. Geef me wat en ik ga sneller. We kennen dat wel, wij allen.
De wereld van de corruptie lijkt een deel van het gewone menselijke wezen; en dat is slecht.
Vanmorgen sprak ik met iemand over deze problematiek in zijn land. Goederen worden verbruikt en genoten zonder aandacht voor de geestelijke kwaliteit van het leven, zonder zorg voor het leefmilieu van de gemeenschappelijke woning. Alles wordt uitgebuit zonder aandacht voor de vernedering en vergiftiging waaronder velen lijden. Zonder aandacht ook voor het kwaad dat de samenleving ondermijnt. Zolang het gewone leven kan gevuld worden met ‘welvaart’, willen we niet denken aan wat het leeg maakt aan gerechtigheid en liefde. Bah, ik voel me goed, waarom zou ik aan problemen denken, aan oorlogen, aan menselijk lijden, aan de grote armoede en aan de vele boosheid? Neen, ik voel me goed. Anderen raken me niet. Dat is het onbewuste denken dat ons verder doet leven in een toestand van misbruik.
Medeplichtig
Ik stel mij de vraag: kan corruptie gewoon worden? Broeders en zusters, spijtig genoeg: ja. Men kan de lucht van de corruptie inademen zoals men zuurstof inademt. Maar, dat is normaal; als je wilt dat ik het snel afwerk, hoeveel geef je me dan? Dat is normaal. Normaal, maar een slechte zaak, het is niet goed! Wat baant deze weg? Eén zaak: zorgeloosheid die alleen met zichzelf begaan is. Dat is de afgrond die de deur voor het misbruik opent waarin het leven van allen neerstort. Corruptie haalt groot voordeel uit deze niet goede zorgeloosheid. Wanneer alles iemand goed gaat en de anderen hem niet raken: dan verzwakt deze zorgeloosheid onze afweer, verduistert het geweten en maakt ons – ook ongewild – medeplichtigen. Want corruptie is nooit alleen op pad: men heeft steeds medeplichtigen. En daarom wordt corruptie groter en groter.
De wijsheid van de ouderen
De oude dag is de gepaste toestand om de misleiding te verstaan van deze normalisatie van een leven bezeten door genot en leeg aan innerlijkheid: leven zonder denken, zonder offer, zonder innerlijkheid, zonder schoonheid, zonder waarheid, zonder gerechtigheid, zonder liefde. Dat alles is corruptie. De speciale gevoeligheid van ons, ouden, oud van ouderdom, voor aandacht, denken en gevoelens die ons menselijk maken, zou opnieuw de roeping van velen moeten worden. Het kan een keuze van liefde zijn vanwege de ouden voor de nieuwe generaties. Wij zullen alarm slaan: Let op, dit is corruptie die je geen voordeel brengt.
De wijsheid van de ouden is er vandaag alles aan gelegen tegen de corruptie in te gaan.
De nieuwe generaties verwachten van ons bejaarden een woord dat een profetie is, dat de deur opent voor nieuwe perspectieven los van deze zorgeloze wereld van de corruptie, van de gewenning aan corrupte dingen. De zegening van God kiest de oude dag uit voor dit zo menselijke en vermenselijkende charisma. Welke zin heeft mijn oude dag? Ieder van ons, bejaarden, kan zich die vraag stellen. De zin is deze: profeet van de corruptie zijn en aan de anderen zeggen: Stop, ik heb die weg bewandeld en hij leidt je nergens toe! Zo getuig ik van mijn ervaring.
Wij bejaarden moeten profeten tegen de corruptie zijn, zoals Noah profeet was tegen de corruptie van zijn tijd, want hij was de enige in wie God vertrouwen stelde.
Ik stel jullie allen de vraag – ook aan mezelf – is mij hart bereid profeet te zijn tegen de corruptie van vandaag? Het is een slechte zaak als bejaarden niet gegroeid zijn en men oud zijnde begiftigd is met dezelfde corrupte gewoonten als de jongeren. Laten we denken aan het Bijbelverhaal van de rechters tegenover Suzanna. Zij zijn voorbeelden van een corrupte oude dag. En wij, met eenzelfde oude dag, zullen voor de jonge generaties in staat zijn profeten te zijn.
Zorg voor het leven
Noah is het voorbeeld van de vruchtbare oude dag: niet corrupt, maar vruchtbaar. Noah houdt geen preken, klaagt niet, verwijt niet, maar is bezorgd om de toekomst van de generatie die in gevaar verkeert. Wij bejaarden moeten zorg dragen voor de jongeren, voor de kleinen die in gevaar verkeren. Hij bouwt de ark van het onthaal en doet mensen en dieren binnenkomen. In zijn zorg voor het leven in al zijn vormen, vervult Noah het bevel van God en herhaalt zo de tedere en gulle daad van de schepping. Zij is in werkelijkheid de gedachte die het bevel van God inspireert: een nieuwe zegening, een nieuwe schepping (cf. Gn 8,15-9,17).
De roeping van Noah blijft actueel. De heilige aartsvader moet voor ons nog voorspreken.
En wij, vrouwen en mannen van zekere leeftijd – om niet te zeggen ouden, sommige storen zich hieraan – laten we niet vergeten dat we de mogelijkheid van de wijsheid hebben aan de anderen te zeggen: Kijk, deze weg van corruptie leidt nergens heen. Wij moeten als goede wijn zijn die uiteindelijk oud zijnde een goede boodschap geeft, geen slechte.
De genade van de wijsheid
Vandaag doe ik een oproep tot alle personen van een zekere leeftijd, om niet te zeggen de ouden. Luistert goed: jullie hebben de verantwoordelijkheid de menselijke corruptie aan te klagen die beleefd wordt en waarin leven in relativisme, volkomen relativisme, verder gaat alsof alles geoorloofd is. Laten we verder gaan. De wereld heeft nood aan sterke jongeren die verder gaan en aan wijzen van dagen. Laten we aan de Heer de genade van de wijsheid vragen.
Deel 4
Het geloof van de ouderen is de catechismus van de jongeren.
In zijn catechese tijdens de algemene audiëntie van woensdag 23 maart 2022 noemde de paus ouderen onvervangbaar in het doorgeven van het geloof.
Geliefde broeders en zusters, goedendag!
In de Bijbel wordt het verhaal over het sterven van Mozes voorafgegaan door zijn geestelijke testament, genoemd Het Lied van Mozes. Dit lied is op de eerste plaats een prachtige geloofsbelijdenis, het luidt als volgt: Jahwe’s naam roep ik uit: Breng hulde aan onze God! Hij is de rots, wat Hij doet is volmaakt, al zijn wegen zijn recht; een God van trouw, zonder onrecht, rechtvaardig is Hij en waarachtig. (Dt 32, 3-4). Het is ook een herinnering aan de met God beleefde geschiedenis, aan de lotgevallen van het volk dat ontstaan is uit het geloof in de God van Abraham, Izaäk en Jacob. Mozes herinnert dus ook aan de bitterheid en aan de ontgoocheling van God zelf: zijn voortdurende, door de ontrouw van zijn volk, op de proef gestelde trouw. De getrouwe God en het antwoord van het ontrouwe volk. Alsof het volk de trouw van God op de proef wilde stellen. En Hij blijft altijd trouw, zijn volk nabij. Dat is de eigenlijke kern van het Lied van Mozes: de trouw van God die altijd, gedurende heel het leven, bij ons is
Erfenis
Wanneer Mozes deze geloofsbelijdenis uitspreekt, staat hij op de drempel van het Beloofde Land en van zijn afscheid aan het leven. Het verhaal zegt dat hij honderdtwintig jaar oud was maar zijn ogen waren niet verzwakt (Dt 34,7). Het gaat om de mogelijkheid echt te zien en ook symbolisch te zien. Dat is eigen aan de bejaarden die van de dingen de meest diepe zin kunnen zien. De levendigheid van zijn blik is een kostbaar geschenk: het stelt hem in staat met de nodige helderheid ‘de erfenis’ van zijn lange levenservaring en van het geloof, ‘door te geven’. Mozes ziet geschiedenis en geeft geschiedenis door.
Bejaarden zien geschiedenis en geven geschiedenis door.
Traditie
Een ouderdom waaraan deze helderheid geschonken wordt, is een kostbaar geschenk voor de generatie die moet volgen. Persoonlijk en direct luisteren naar de beleefde geloofsgeschiedenis, met alle zijn hoogten en laagten, is onvervangbaar. Het lezen in boeken, het zien in films, het naspeuren op internet, is nuttig maar nooit hetzelfde. Deze overdracht – wat de echte en eigenlijke ‘traditie’ is, de concrete overdracht van de oudere naar de jongeren! – deze overdracht ontbreekt aan de nieuwe generaties vandaag vaak en steeds meer. Waarom? Omdat deze nieuwe beschaving het idee koestert dat bejaarden wegwerpmateriaal zijn. Bejaarden worden verwijderd. Dat is brutaal! Neen, zo gaat men niet tewerk. Het directe verhaal, van mens tot mens, heeft bij de communicatie klanken en kleuren die geen enkel ander middel kan overnemen. Een bejaarde die lang geleefd heeft en de gave krijgt van een ‘helder en gevoelvol getuigenis’ over zijn geschiedenis, is een onvervangbare zegen. Zijn wij in staat deze gave van de bejaarden te onderkennen en te waarderen? Volgt de overdracht van het geloof – en van de zin van het leven – deze weg van het luisteren naar bejaarden? Ik kan een persoonlijke ervaring delen. De haat en de woede tegen de oorlog heb ik geleerd van mijn opa die in 1914 bij de Piave had gevochten. Hij heeft mij de woede tegen de oorlog overgedragen. Omdat hij mij het verhaal deed van het lijden van een oorlog. Dat leert men niet in boeken noch op een andere wijze. Men leert het door de overdracht van grootouders aan kleinkinderen. En dat is onvervangbaar. De overdracht van de levenservaring van grootouders aan kleinkinderen. Spijtig genoeg gebeurt het vandaag niet meer en men denkt dat grootouders wegwerpmateriaal zijn: neen!
Ouderen zijn het levend geheugen van een volk en jongeren en kinderen moeten de grootouders beluisteren.
In onze, zo ‘politiek correcte’, cultuur wordt deze weg op vele wijze onbegaanbaar: in gezin, maatschappij en in de christelijke gemeenschap zelf. Er zijn er zelfs die pleiten voor de afschaffing van geschiedenisonderwijs, als zou het gaan om overbodige informatie over niet langer actuele werelden die bronnen voor de kennis van het heden verbergt. Alsof we gisteren geboren werden!
Oprecht getuigenis
Anderzijds mist de overdracht van het geloof soms de bewogenheid eigen aan een doorleefd gebeuren. Het geloof doorgeven is geen kwestie van bla-bla-bla. Het is spreken over ervaring met geloof. Is dat de reden waarom het moeilijk aantrekkingskracht uitoefent om liefde voor altijd te kiezen, trouw aan het gegeven woord, volharding in de toewijding, medelijden met gewonde en bevuilde gezichten? Zeker, levensgeschiedenissen moeten omgevormd worden tot getuigenis en getuigenis moet oprecht zijn. Een ideologie die de geschiedenis in haar schemata dwingt is zeker niet oprecht. Propaganda die de geschiedenis aanpast aan de promotie van de eigen groep is niet oprecht. Het is niet oprecht van de geschiedenis een rechtbank te maken om heel het verleden te veroordelen en elke toekomst te ontmoedigen. Oprecht zijn betekent: de geschiedenis verhalen zoals het is en slechts wie het beleefd heeft kan het goed verhalen.
Om deze reden is het zo belangrijk bejaarden goed te beluisteren, grootouders te beluisteren. Het is belangrijk dat kinderen meedoen met hun discussies.
Volkstaal
De evangelies verhalen op eerlijke wijze de gewijde geschiedenis van Jezus zonder de vergissingen, het onbegrip en zelfs het verraad vanwege de leerlingen te verbergen. Dit is geschiedenis, dit is waarheid, dit is getuigenis. Dat is de gave van het geheugen die de ‘ouderen’ van de Kerk doorgeven, vanaf het begin wordt het “van hand tot hand” aan de volgende generatie doorgegeven. Het is goed ons de vraag te stellen: in welke mate waarderen wij deze wijze van doorgeven van het geloof door overdracht van getuigenis van de ouderen in de gemeenschap aan de jongeren die openstaan voor de toekomst? Ik denk nu aan iets dat ik al vaak gezegd heb en dat ik nu wil herhalen. Hoe geeft men het geloof door? Ziehier, een boek, bestudeer het: neen. Zo kan men het geloof niet doorgeven. Het geloof wordt doorgegeven in volkstaal, dat wil afzeggen in de taal van het gezin, van grootouders en kleinkinderen. Van ouders en kleinkinderen. Het geloof wordt steeds in de volkstaal doorgegeven, in de vertrouwelijke volkstaal van de ervaring die men met de jaren aanleert.
Daarom is de dialoog zo belangrijk in een gezin. De dialoog van kinderen met grootouders, zij die de wijsheid van het geloof bezitten.
Beleefde ervaring
Soms overkomt het mij na te denken over deze eigenaardige ongerijmdheid. De catechismus voor de christelijke initiatie put overvloedig uit het woord van God en levert nauwkeurige informatie over dogma’s, over moraal, over geloof en over de sacramenten. Vaak ontbreekt echter een kennis van de Kerk die ontspringt aan het luisteren en aan het getuigenis van de werkelijke geschiedenis van het geloof en van het leven van de kerkelijke gemeenschap, vanaf het begin tot op onze dagen. Als kind leert men het woord van God in het catecheselokaal. Maar de Kerk ‘leert’ men als jongeren in de klaslokalen en in de ‘media’ van de algemene informatie.
Het verhaal van de geloofsgeschiedenis zou echter moeten zijn zoals het lied van Mozes, zoals het getuigenis van de evangelies en van de Handelingen van de Apostelen. Met andere woorden, een geschiedenis die erin slaagt met ontroering de zegeningen van God en met oprechtheid onze tekortkomingen op te roepen. Het zou mooi zijn, mocht, vanaf het begin, in onze catechese ook de gewoonte bestaan om te luisteren naar de beleefde ervaring van de bejaarden, het heldere getuigenis over de van God ontvangen zegeningen die we moeten bewaren en het oprechte getuigenis van onze gemiste trouw die we moeten herstellen en verbeteren.
Bejaarden betreden het beloofde land, dat God voor elke generatie wenst, wanneer zij aan de jongeren de mooie initiatie schenken door hun getuigenis en zo de geloofsgeschiedenis doorgeven.
Het geloof in volkstaal, in de vertrouwde volkstaal, de volkstaal die overgaat van bejaarden op jongeren. Met andere woorden, geleid door de Heer Jezus, gaan bejaarden en jongeren samen binnen in zijn Rijk van leven en liefde. Wel allen samen. Allen als gezin, met die grote schat van het geloof overgeleverd in de volkstaal.
Deel 5
Ouderdom is een tijd om de gevoeligheid van de ziel te cultiveren
In zijn 5de catechese over de ouderdom tijdens de algemene audiëntie van woensdag 30 maart 2022 sprak de paus over het Bijbelse koppel Simeon en Anna.
Geliefde broeders en zusters, goedendag!
Op onze catechetische weg rond het thema van de oude dag kijken we vandaag naar het tedere schilderij dat de evangelist Lucas heeft geschilderd. Twee bejaarden worden voor onze ogen opgeroepen, Simeon en Anna. Hun bestaansreden vooraleer deze wereld te verlaten, bestaat in de verwachting van het bezoek van God. Zij keken ernaar uit dat God, dat wil zeggen Jezus, hen zou komen bezoeken. Simeon weet door een ingeving van de Heilige Geest dat hij niet zal sterven voordat hij de Messias heeft gezien. Anna is elke dag in de tempel en wijdt zich aan de tempeldienst. Beiden verstaan de aanwezigheid van de Heer in het kind Jezus. Dat is hun hoogste troost na het lange wachten en verzoent hen met het heengaan uit dit leven. Het is een tafereel van ontmoeting met en afscheid van Jezus.
Wat kunnen we leren van deze twee bejaarden zo vol geestelijke vitaliteit?
De zintuigen aanscherpen
Laten we alvast leren dat trouw aan de verwachting de zintuigen verfijnt. We weten overigens dat de Heilige Geest dit doet: de zintuigen verlichten. In de bekende hymne Veni creator spiritus, waarmee we de Heilige Geest ook vandaag nog aanroepen, zeggen we: Accende lumen sensibus, ontsteek licht voor de zintuigen, verlicht onze zintuigen. De Geest kan dat doen: de zintuigen van de ziel aanscherpen niettegenstaande de beperkingen en de wonden in de zintuigen van het lichaam. De oude dag verzwakt, op een of andere wijze, de gevoeligheid van het lichaam: de een is wat blind, de ander is wat doof … Hoe dan ook, een oude dag die zich geoefend heeft in de verwachting van Gods bezoek zal zijn doortocht niet missen. Integendeel, men zal meer bereid zijn om Hem te ontvangen, men zal gevoeliger zijn om de Heer te ontvangen wanneer Hij langskomt.
Laten we ons herinneren dat een eigen houding van de christen is: leven in de verwachting van de het bezoek van de Heer.
De Heer komt langs in ons leven via inspiratie, via de uitnodiging om te verbeteren. De Heilige Augustinus zei: Ik ben bang wanneer de Heer langskomt– Hoezo, ben je bang? – Inderdaad, ik ben bang het niet te beseffen en Hem voorbij te laten gaan. Het is de Heilige Geest die de zintuigen klaarmaakt om te beseffen wanneer de Heer op het punt staat ons te bezoeken, zoals Hij dat gedaan heeft met Simeon en Anna.
Teken van tegenspraak
Op onze dagen hebben we meer dan ooit hieraan behoefte: we hebben nood aan een oude dag voorzien van scherpe geestelijke zintuigen en bekwaam om de tekenen van God te onderkennen, meer nog, het teken van God bij uitstek en dat is Jezus. Het is een teken dat ons altijd in crisis brengt: Jezus brengt ons in crisis omdat Hij een teken van tegenspraak is (Lc 2, 24) – maar het vervult ons ook van vreugde. Crisis voert niet noodzakelijkerwijze tot droefheid, neen: in crisis verkeren terwijl men de Heer dient, geeft je vaak vrede en vreugde. De verdoving van de geestelijke zintuigen – dat is iets erg – de verdoving van de spirituele zintuigen tegelijk met de opwinding en de verbijstering van die van het lichaam, is een verspreid ziektebeeld in een samenleving die de illusie van de eeuwige jeugd cultiveert. Het gevaarlijkste hieraan is dat het meestal onbewust is. Men merkt niet dat men verdoofd is. En dat gebeurt. Het is altijd gebeurd en het gebeurt ook op onze dagen.
Verdoofde zintuigen verstaan niet wat gebeurt. Verdoofde innerlijke zintuigen, de zintuigen van de ziel, verstaan de aanwezigheid van God of van het kwaad niet, ze kunnen niet onderscheiden.
Gevoeligheid van de ziel
Wanneer men de gevoeligheid van tast en smaak verliest, dan merk je dat meteen. Daarentegen, die van de ziel, de gevoeligheid van de ziel kun je lang ontkennen, leven zonder dat je merkt dat je de gevoeligheid van de ziel verloren hebt. Het gaat daarbij niet enkel om het denken aan God of godsdienst. Gevoelloosheid van de geestelijke zintuigen slaat op medelijden en zorg, op schaamte en wroeging, op trouw en toewijding, op tederheid en eer, op eigen verantwoordelijkheid en leed om de ander. Dat is eigenaardig: ongevoeligheid verhindert je medelijden te verstaan, verhindert je zorg te verstaan, doet je geen schaamte ervaren of wroeging over berokkend kwaad. Zo gaat dat: verdoofde geestelijke zintuigen verwarren alles en men voelt dat, geestelijk, niet aan. De oude dag wordt, om zo te zeggen, het eerste verlies. Het eerste slachtoffer van dit verlies aan gevoeligheid. In een samenleving die vooral gevoeligheid voor het genot beoefent, kan het niet anders dan dat aandacht voor de kwetsbaren wegdeemstert en de wedstrijd van de overwinnaars domineert. Zo gaat gevoeligheid ten onder. Natuurlijk, de taal der inclusie is de rituele formule van elke politiek correcte uiteenzetting. Maar dat betekent nog niet: een echte verbetering van de praktijken in de gewone samenleving: een cultuur van de sociale tederheid slaagt er niet in te groeien. Neen: de geest van de menselijke broederlijkheid – waarvan ik overtuigd ben dat ze met kracht moet gestimuleerd worden – is als een afgedankt kleed, men kan het bewonderen, juist, maar … in een museum. Men verliest de menselijke gevoeligheid, men verliest die bewegingen van de geest die ons menselijk maken. Het is waar, in het werkelijke leven kunnen we, met ontroerde dankbaarheid, zien dat veel jongeren in staat zijn deze broederlijkheid ten diepste eer te bewijzen. Maar precies hier zit het probleem: er bestaat een breuk, een schuldige breuk, tussen het getuigenis van dit vitale sap van de sociale tederheid en het conformisme dat de jeugd dwingt zich totaal anders te uiten.
Wat kunnen we doen om deze breuk te overbruggen?
Simeon en Anna
Uit het verhaal van Simeon en Anna, maar ook uit andere Bijbelse verhalen over de oude dag gevoelig voor de Geest, komt een verborgen aanwijzing naar voor die het verdient op de voorgrond te treden. Waarin bestaat concreet de openbaring die de gevoeligheid van Simeon en Anna opwekt? Ze bestaat in de herkenning dat een kind, dat zij niet verwekt hebben en dat ze voor het eerst zien, het zekere teken is van het bezoek van God. Zij aanvaarden dat zij geen hoofdrolspelers zijn, maar slechts getuigen. Wanneer een individu aanvaardt geen hoofdrolspeler te zijn, maar betrokken te zijn als getuige komt het goed: die man of vrouw wordt op de juiste wijze volwassen. Dat gebeurt niet wanneer men altijd hoofdrolspeler wil zijn, anders zal deze weg niet groeien naar de volheid van de oude dag. Het bezoek van God wordt niet zichtbaar in het leven van hen die hoofdrolspelers willen zijn en nooit getuigen. Ze worden niet als redders opgevoerd. God wordt in die generatie niet zichtbaar, maar in de generatie die nog moet komen. Ze verliezen hun ziel, ze verliezen de wil om in rijpheid te leven en, zoals men gewoonlijk zegt, men leeft oppervlakkig. Dat is de grote generatie van de oppervlakkigen die het zich niet gunnen de dingen te voelen met de gevoeligheid van de ziel. Waarom gunnen ze zich dat niet? Deels uit luiheid en deels omdat ze niet meer kunnen: ze hebben het reeds verloren.
Het is erg wanneer een beschaving de gevoeligheid van de ziel verliest.
Daarentegen is het schitterend wanneer we bejaarden aantreffen zoals Simeon en Anna die deze gevoeligheid van de ziel bewaren en in staat zijn de verschillende situaties te verstaan. Zo verstonden die twee de situatie waarmee ze te maken kregen als: openbaring van de Messias. Geen wrok en geen beschuldiging omdat zij zich in deze staat van verstarring bevinden. Daarentegen, grote ontroering en grote troost omdat de geestelijke zintuigen nog levend zijn. De ontroering en de troost om te kunnen zien en te kunnen verkondigen dat de geschiedenis van hun generatie niet verloren of verkwist is, precies dankzij een gebeurtenis die zichtbaar wordt en aan het licht komt in de komende generatie. Dat is wat een bejaarde voelt wanneer kleinkinderen met hem spreken: men voelt zich herleven. Ik leef nog.
Het is zo belangrijk naar bejaarden toe te gaan, het is zo belangrijk hen te beluisteren.
Het is zo belangrijk met hen te praten, zodat de uitwisseling van beschavingen kan gebeuren, die uitwisseling van rijpheid tussen jongeren en bejaarden. Op deze wijze gaat onze beschaving op een rijpe manier verder.
Wijze bejaarden
Alleen de spirituele oude dag kan dit getuigenis brengen, nederig en flitsend zodat ze voor allen gezag heeft en voorbeeldig is. De oude dag die de gevoeligheid van de ziel heeft gecultiveerd dooft elke jaloersheid tussen generaties, elke wrok, elk verwijt omwille van de komst van God in de komende generatie, wat tegelijk gebeurt met het afscheid van de eigen generatie. Dat is wat gebeurt met een bejaarde open voor een open jongere: men neemt afscheid van het leven door het – tussen aanhalingstekens – eigen leven over te dragen aan de volgende generatie. Dat is wat gebeurt bij het afscheid van Simeon en Anna: Nu kan ik in vrede gaan. De geestelijke gevoeligheid van de oude dag is in staat de competitie en de strijd tussen de generaties op geloofwaardige en blijvende wijze te onderbreken. Zij gaat er overheen, deze gevoeligheid: bejaarden met deze gevoeligheid overstijgen het conflict, gaan er overheen, in de richting van de eenheid en niet van het conflict. Voor mensen is dit voorzeker onmogelijk, maar voor God is het wel mogelijk.
Vandaag hebben we grote behoefte aan gevoeligheid van de ziel, aan volwassenheid van de geest, we hebben nood aan wijze bejaarden, volwassen in de geest en dat zij ons hoop voor het leven mogen schenken!
Deel 6
‘Bescherm de bejaarden, alstublieft, laat ze niet alleen!’
In zijn zesde catechese over de ouderdom tijdens de algemene audiëntie van woensdag 20 april 2022 sprak de paus over het eren van vader en moeder.
Geliefde broeders en zusters, goedendag!
Vandaag willen we, met behulp van het woord van God, een weg bewandelen doorheen de broosheid van de ouderdom, getekend meer speciaal door ervaringen van verwardheid en vernedering, door verlies en verlatenheid, door ontgoocheling en twijfel. Natuurlijk kunnen de ervaringen van onze broosheid ten aanzien van dramatische, soms tragische, levenssituaties zich op elk ogenblik van het bestaan voordoen. Hoe dan ook, op hoge leeftijd kunnen zij minder indruk maken en bij sommigen zelfs leiden tot een soort gelatenheid, ja zelfs wrevel. Hoe vaak hebben we niet gehoord of gedacht: Bejaarden veroorzaken last. We hebben het gezegd, we hebben het gedacht … De zwaarste wonden van de kindsheid en van de jeugd brengen terecht een gevoel van onrechtvaardigheid mee of van opstandigheid, een kracht tot reactie en tot strijd. Daarentegen gaan de wonden, ook de zware, van de hoge ouderdom onvermijdelijk vergezeld van een aanvoelen dat, hoe dan ook, het leven zichzelf niet tegenspreekt, omdat het reeds geleefd is. Op die wijze worden bejaarden een beetje verwijderd ook uit onze ervaring. We willen ze verwijderen.
Eerbetoon
In de algemene menselijke ervaring is de liefde – zoals men zegt – afnemend. Ze keert niet met dezelfde kracht terug in het leven dat achter de rug ligt als in dat wat nog voor de boeg lag. De gegevenheid van de liefde blijkt ook hieruit: ouders weten dat van altijd, bejaarden leren het vlug. Desondanks opent de openbaring een weg voor een verschillend herstel van de liefde: het is de weg van het eerbetoon aan hen die ons zijn voorgegaan. De weg van het eerbetoon aan wie ons is voorgegaan begint van hier: de bejaarden eren
Vader en moeder
Deze bijzondere liefde die zich een weg baant in de vorm van eerbetoon – dat wil zeggen, tederheid en tegelijk eerbied – en bedoeld is voor de hoge leeftijd wordt bezegeld door het gebod van God. Vader en moeder zult gij eren is een plechtige opdracht, de eerste van de tweede tafel van de tien geboden. Het gaat niet slechts over de eigen vader en over de eigen moeder. Het gaat over de generatie en generaties die voorafgaan en waarvan het afscheid traag en langdurig kan zijn om zo tijd en ruimte te scheppen voor een durend samenleven met de andere leeftijden van het leven. Met andere woorden het gaat over de hoge leeftijd van het leven.
Waardigheid
Eer is een geschikt woord om de sfeer in kaart te brengen van het teruggeven van de liefde aan de hoge leeftijd. Met andere woorden, wij hebben liefde ontvangen van onze ouders, van onze grootouders, en nu geven wij die liefde aan hén terug, aan de bejaarden, aan de grootouders. Op onze dagen hebben we term waardigheid herontdekt om de waarde aan te duiden van de eerbied en van de zorg voor het leven van elkeen. Waardigheid staat hier ongeveer gelijk met eer: vader en moeder eren, bejaarden eren dat is de waardigheid herkennen die zij bezitten.
Afval
Laten we goed nadenken over die mooie verbuiging van de liefde die de eer is. De zorg zelf voor de zieke, het ondersteunen van wie niet zelfredzaam is, de waarborg van ondersteuning kunnen eer ontberen. Eer begint daar te ontbreken wanneer het onwankelbare zelfvertrouwen in plaats van zich neer te buigen als teken van zachtheid en liefde, tederheid en eerbied, verwordt tot ruwheid en grofheid. Wanneer zwakheid verweten wordt en zelfs wordt gestraft, als was het een fout. Wanneer verlorenheid en verwarring een breuk worden door belachelijk making en brutaliteit. Dat kan zelfs voorkomen binnen de huiselijke muren, in verzorgingstehuizen net zoals in de kantoren of in de open ruimte in de stad. Bij jongeren, ook onrechtstreeks, een houding van zelfgenoegzaamheid – zelfs van minachting – ten aanzien van de hogere leeftijd aanmoedigen omwille van zijn zwakheden en kwetsbaarheid brengt vreselijke dingen voort. Het opent de weg naar onvoorstelbare uitspattingen. Jongeren die het deken van een ‘zwerver’ in brand steken – dat hebben we gezien – omdat ze hem beschouwen als menselijk uitschot, zijn het topje van de ijsberg, dat wil zeggen van de minachting voor een leven dat, ver van de aantrekkelijkheid en de drang van de jeugd, reeds gezien wordt als een leven van afval.
Vaak denken we dat de bejaarden afval zijn of zetten we hen bij het afval.
Men misprijst de bejaarden en sluit ze van het leven uit door ze weg te zetten.
Ontering
Deze minachting welke de bejaarde onteert, onteert eigenlijk ons allen. Als ik een bejaarde onteer, dan onteer ik mijzelf. De lezing uit het boek Sirach die we aan het begin hoorden, is terecht zeer hard ten aanzien van ontering. Voor het aanschijn van God roept zij om wraak. In het verhaal van Noach komt een stuk voor dat in dit verband zeer sprekend is. De bejaarde Noach, de held van de zondvloed en nog steeds zeer actief, ligt er ongemanierd bij na een glaasje te veel. Hij is bejaard, maar heeft te veel gedronken. Om hem niet vol schaamte te doen ontwaken, bedekken de kinderen hem. Met neergeslagen ogen, met grote eerbied. Dit is een mooie tekst die alles zegt over de eerbied voor een bejaarde. De zwakheden van de bejaarde bedekken om hem niet tot schaamte te brengen. Een tekst die ons veel hulp biedt.
Beschaving van de liefde
Niettegenstaande alle materiële voorzieningen die de meer welvarende en georganiseerde samenlevingen ter beschikking stellen aan ouderen– en waarover men terecht fier mag zijn – lijkt mij de strijd voor een herstel van die speciale vorm van liefde welke de eer is, nog steeds broos en wrang. We moeten al het mogelijke doen, steun bieden, aanmoedigen, betere sociale en culturele steun verlenen aan hen die gevoelig zijn voor deze beslissende vorm van de beschaving van de liefde. En wat dit betreft veroorloof ik mij de ouders deze raad te geven: ouders, brengt alstublieft kinderen, kleuters, jeugd, bij de bejaarden. Breng ze steeds samen. En wanneer de bejaarde wat ziek is, niet wel in het hoofd, breng ze samen. Dat ze leren dat dit ons bestaan is. Dat dit mogelijk gemaakt heeft dat wij er zijn. Alstublieft, verwijder de bejaarden niet. En als er geen andere mogelijkheid is dan hen naar een rusthuis te brengen, ga hen, alstublieft, bezoeken en neemt de kinderen mee op bezoek. Zij zijn de eer van onze beschaving, de bejaarden die de deuren hebben opengemaakt. Vaak vergeten kinderen dit. Ik deel met jullie een persoonlijke ervaring. In Buenos Aires ging ik graag op bezoek in de rusthuizen. Ik ging vaak iedereen bezoeken. Ik herinner me dat ik eens aan een dame vroeg: Hoeveel kinderen hebt u? – Vier, allen getrouwd, met kleinkinderen. En ze begon het verhaal van het gezin te doen. En zij, komen zij? – Ja, ze komen steeds. Toen ik de kamer verliet zei de verzorgster die alles gehoord had: Padre, ze heeft een leugen verteld om de kinderen te beschermen. Sinds een half jaar is niemand gekomen! Dat is bejaarden uitsluiten en denken dat bejaarden afval zijn. Alstublieft: dat is een zware zonde. Dit is het eerste grote gebod en het enige dat ook de beloning noemt. Eer vader en moeder en je zult lang leven op aarde. Dit gebod om bejaarden te eren is voor ons een zegen die op deze wijze zichtbaar wordt: Je zult lang leven.
Alstublieft, bescherm de bejaarden. En als ze zwak van geest worden, bescherm ze hoe dan ook want zij zijn de tegenwoordigheid van de geschiedenis.
De tegenwoordigheid van mijn gezin, dat ben ik die hier ben dankzij hen. Dat kunnen we allen zeggen: dankzij jou, opa en oma, leef ik. alstublieft, laat ze niet alleen. Zorgen voor bejaarden is geen zaak van huidverzorging en plastische chirurgie. Neen. Het is, veeleer, een zaak van eer, die de opvoeding van de jeugd ten aanzien van het leven en zijn fasen, moet veranderen. De liefde voor het menselijke die we delen, ook voor de eer van het geleefde leven, is geen zaak voor bejaarden. Het is veeleer een ambitie die de jeugd zal doen schitteren en haar beste eigenschappen zal erven. De wijsheid van Gods Geest stelt ons in staat met de nodig energie de horizon te openen voor deze ware en eigenlijke culturele revolutie.
Deel 7
In zijn zevende catechese over de ouderdom tijdens de algemene audiëntie van woensdag 27 april 2022 sprak de paus over Noomi en het verbond tussen de generaties.
Geliefde broeders en zusters, goedendag en welkom!
Vandaag gaan we verder met nadenken over de bejaarden, over de grootouders, over de oude dag. Het woord klinkt hard. Onterecht. Bejaarden zijn groot, zijn mooi! Vandaag laten we ons inspireren door het schitterende boek Ruth, een parel in de Bijbel. Het verhaal van Ruth werpt licht op de schoonheid van de gezinsbanden: ontstaan uit de relatie van een paar, reiken ze verder dan de band van een paar. Banden van liefde die zeer sterk kunnen zijn omdat daarin de volmaaktheid wordt weerspiegeld van de veelheid van fundamentele gevoelens die de gezinstaal zijn van de liefde. Deze taal brengt levenssap en vruchtbare wijsheid in het geheel van de verhoudingen die de gemeenschap opbouwen. In vergelijking met het Hooglied is het boek Ruth als het ware het andere deel van het tweeluik van de echtelijke liefde. Het is even belangrijk, even wezenlijk, het viert inderdaad de kracht en de poëzie die de banden kenmerken tussen generaties, tussen verwanten, banden van toewijding en van trouw die het hele gezinsgebeuren omspannen. Zij zijn zelfs in staat om bij dramatische ontwikkelingen in het leven van een paar, de onvoorstelbare kracht van liefde aan te voeren die het mogelijk maakt opnieuw te hopen op de toekomst.
Boek Ruth herontdekken
We kennen de gemeenplaatsen over verwantschapsbanden die door het huwelijk ontstaan, vooral die over de schoonmoeder, de band tussen schoonmoeder en schoondochter lijkt dat vooruitzicht te weerspreken. Precies om deze reden is het woord van God kostbaar. De inspiratie van het geloof kan een horizon van getuigenis openen in tegenspraak tot de meest gemene vooroordelen, een kostbare horizon voor heel de menselijke samenleving. Ik nodig jullie uit het boek Ruth opnieuw te ontdekken! Vooral bij de overweging over de liefde en bij de catechese over het gezin.
Noomi
Dit kleine boek bevat ook een kostbare lering over de verbondenheid der generaties: waar de jeugd in staat blijkt enthousiasme terug te schenken aan de rijpe leeftijd – dat is wezenlijk, dat de jeugd opnieuw geestdrift schenkt aan de bejaarden – waar de bejaarde leeftijd zichzelf herontdekt als mogelijkheid om aan de gekwetste jeugd opnieuw toekomst te bieden. In het begin toont Noomi, ontroerd door de genegenheid van de schoondochters die weduwe geworden zijn van haar twee zonen, is pessimistisch in verband met hun lot bij een volk dat niet het hunne is. Daarom spoort ze de twee jonge vrouwen liefdevol aan terug te keren naar hun familie om het leven te herbeginnen – die twee weduwen waren jonge vrouwen. Zij zegt: Ik kan niets voor jullie doen. Zelfs dit is een blijk van liefde. De oude vrouw, zonder echtgenoot en zonder kinderen, dringt bij de schoondochters erop aan haar te verlaten. Het is echter ook een soort berusting: voor vreemde weduwen, beroofd van de bescherming van hun echtgenoot, is geen toekomst mogelijk. Ruth weet dat en wijst het milde aanbod af, zij wil niet terug naar haar thuis.
De band die tussen schoonmoeder en schoondochter is ontstaan, werd door God gezegend.
Noomi mag niet vragen verlaten te worden. Eerst lijkt Noomi meer ontmoedigd dan gelukkig door dit aanbod. Misschien denkt zij dat de vreemde band voor beiden het gevaar zal vergroten. In sommige situaties moet de neiging tot zwartgalligheid van bejaarden tegenwerk krijgen van de liefdevolle druk door de jongeren.
Booz
De facto zal Noomi, ontroerd door de toewijding van Ruth, uit haar pessimisme loskomen en zelfs het initiatief nemen om voor Ruth een nieuwe toekomst mogelijk te maken. Ze geeft raad en bemoediging aan Ruth, de weduwe van haar zoon, om in Israël naar een nieuwe echtgenoot uit te kijken. Booz, de kandidaat, toont zijn adel door Ruth te verdedigen tegen de mannen die zijn knechten zijn. Spijtig genoeg komt dit gevaar ook vandaag voor.
Bekering van Noomi
Het nieuwe huwelijk van Ruth wordt gevierd en de vrede keert terug. Vrouwen uit Israël zeggen aan Noomi dat Ruth, die vreemde, meer waard is dan zeven zonen en dat dit huwelijk een zegen van de Heer zal zijn. Noomi die vol bitterheid was en zelfs zegt dat haar naam bitterheid betekent, zal op haar oude dag de vreugde beleven bij te dragen tot een nieuw geboorte. Opvallend veel ‘mirakels’ vergezellen de bekering van deze oude vrouw! Zij bekeert zich tot beschikbaarheid, met liefde, voor de toekomst van een generatie die gekwetst werd door verlies en gevaar van verlating. Wat de wedersamenstelling bewerkt, is hetzelfde als wat, volgens de gangbare mening onoverbrugbare breuken moet veroorzaken.
Maar, geloof en liefde maken het mogelijk te overstijgen: de schoonmoeder overstijgt de jaloersheid omwille van haar zoon, door de nieuwe band van Ruth te aanvaarden.
De vrouwen van Israël overstijgen het wantrouwen ten aanzien van het vreemde (en als vrouwen dat doen, dan doet iedereen dat). De kwetsbaarheid van het eenzame meisje ten aanzien van de macht van de man wordt verzoend met een band vol liefde en eerbied.
Schoonmoeder
En dat alles omwille van het feit dat de jonge Ruth koppig volhardt trouw te zijn aan een band die bloot staat aan etnisch en godsdienstig vooroordeel. Ik herneem wat ik bij het begin heb gezegd, vandaag is de schoonmoeder een mythisch personage. Ik zeg niet dat we de schoonmoeder opvatten als een duivel, maar steeds wordt ze toch gezien als een slechte figuur. Maar je schoonmoeder is de moeder van je echtgenoot, het is de moeder van je echtgenote. Men kan ook denken aan het verspreide gevoel dat hoe verder de schoonmoeder verwijderd is des te beter. Neen! Zij is moeder en bejaard.
Voor grootmoeders is een van de mooiste dingen de kleinkinderen zien. Wanneer kinderen kinderen hebben, herleven ze.
Kijkt goed naar de relatie die jullie hebben met jullie schoonmoeder. Soms zijn ze wat bijzonder, maar ze hebben je, door het moederschap, je echtgenoot gegeven, ze hebben je alles gegeven. Tenminste moet men ze gelukkig maken zodat ze hun oude dag met vreugde kunnen beleven. En als ze een of ander gebrek vertonen, moet men ze helpen dat te verdragen. Ook aan jullie, schoonmoeders, zeg ik: let op je taal. Taal is een van de ergste zonden van de schoonmoeders. Wees op je hoede.
Brug tussen oud en jong
In dit boek aanvaardt Ruth haar schoonmoeder en doet haar herleven. En de bejaarde Noomi neemt, in plaats van zich te beperken tot het genieten van de steun, het initiatief om voor Ruth de toekomst te openen.
Als jongeren openstaan voor de dankbaarheid omwille van wat ze hebben ontvangen en de bejaarden het initiatief nemen om hun toekomst opnieuw mogelijk te maken, dan kan niets het opbloeien van Gods zegen over de volkeren verhinderen!
Ik vraag dat jongeren met grootouders praten, dat jongeren met bejaarden praten. Dat bejaarden met jongeren praten. Die brug moeten we krachtig herstellen. Het is een stroom van heil en geluk. Dat de Heer ons bijstaat om het volgende te doen: in eensgezindheid groeien in de gezinnen, de opbouwende eensgezindheid die van de bejaarden gaat naar de jongeren. Dat is de mooie brug die we moeten bewaken en behouden.
Deel 8
In zijn achtste catechese over de ouderdom tijdens de algemene audiëntie van woensdag 4 mei 2022 sprak de paus over Eleazer en de coherentie van het geloof, erfenis van de eer. (onderstaande vertaling is ontvangen via RK Documenten)
Dierbare broeders en zusters, goedendag!
Op onze catechetische weg over de oude dag , ontmoeten we vandaag een Bijbels personage – een bejaarde – genaamd Eleazar. Hij leefde in de tijd van de vervolging door Epifanes Antiquus. Het is een mooie figuur. Deze figuur bezorgt ons een getuigenis over de bijzondere band die bestaat tussen de trouw van de oude dag en de eer van het geloof. Het is een fiere man! Ik zou het willen hebben precies over de eer van het geloof, niet slechts over coherentie, over de verkondiging, over de weerstand van het geloof. Van tijd tot tijd staat de eer van het geloof onder druk, ook gewelddadig, vanwege de cultuur van de heersers die haar pogen zwart te maken door haar te behandelen als een oudheidkundig overblijfsel, of een oud bijgeloof, een anachronistisch onding en zo verder.
Pas op voor Godsdienstige Schijnheiligheid.
Het Bijbelse verhaal – we hebben een klein uittreksel beluisterd, maar het is fijn het in zijn geheel te lezen – vertelt de gebeurtenis over de Hebreeën die door een decreet van de koning verplicht werden vlees te eten dat aan de afgoden was geofferd. Wanneer het de beurt is aan Eleazar, een bejaarde negentiger die door allen erg werd gewaardeerd en veel gezag bezat, suggereren de officieren van de koning hem te doen alsof, te doen alsof hij het vlees zou eten zonder het echt te doen. Godsdienstige schijnheiligheid, die veel voorkomt, klerikale schijnheiligheid. Ze zeiden hem: “Doe wat alsof, niemand zal het merken”. Zo zou Eleazar zich redden en, zo zeiden ze, in naam van de vriendschap zou hij hun gebaar van medelijden, van genegenheid hebben aanvaard. Het ging immers, zo zeiden ze, om een miniem gebaar, doen alsof men eet, maar het niet doen, een onbetekenend gebaar.
Door standvastigheid eer brengen aan je geloof in God.
Het is weinig, maar het beknopte en krachtige antwoord van Eleazar maakt gebruik van een argument dat ons treft. Het kernpunt is dit: op hoge leeftijd het geloof onteren, om enkele dagen te winnen, is niet te vergelijken met de erfenis die men aan de jongeren moet nalaten, aan alle toekomstige generaties. Dapper die Eleazar! Een bejaarde die vergroeid is met de coherentie van het eigen geloof, een leven lang, en zich nu zou aanpassen door de indruk van afvalligheid te wekken, zou de nieuwe generatie ertoe brengen te denken dat het hele geloof schijn was, een uiterlijk vertoon dat men uiterlijk kan opgeven en denken dat men het inwendig kan bewaren. Zo gaat dat niet, zegt Eleazar. Dergelijk gedrag brengt geen eer aan het geloof, ook niet aan God. Het gevolg van die uitwendige onderschatting is de verwoesting van het innerlijke van de jongeren. De standvastigheid van deze man denkt aan de jongeren, denkt aan de toekomstige erfenis, denkt aan zijn volk!
Precies de hoge ouderdom -en dat is mooi voor de bejaarden – schijnt hier de beslissende plaats te zijn, de onvervangbare plaats, voor dit getuigenis. Een bejaarde die, omwille van zijn kwetsbaarheid de geloofspraktijk onbelangrijk zou beschouwen, zou jongeren doen geloven dat het geloof geen werkelijke band heeft met het leven. Zo zou het hen verschijnen, vanaf het begin, als een geheel van gedragingen die, al naar gelang de omstandigheden, kunnen gesimuleerd of gedissimileerd worden. Want geen enkele ervan is voor het leven van belang.
Niet enkel Credo opzeggen, maar het Credo denken, het Credo voelen, het Credo doen.
De oude valse gnosis, die een sterke en bekoorlijke bedreiging vormde voor het christendom van de eerste eeuwen, theoretiseerde precies hierover. Het is een oud verhaal: geloof is een spiritualiteit, geen praktijk. Het is een mentale kracht, geen levenswijze. Trouw en eer van het geloof hebben, volgens deze ketterij, niets te maken met gedragingen in het leven, met instellingen in de samenleving, met de symbolen van het lichaam. De bekoring van dit perspectief is sterk, want het verklaart, op haar wijze, een onbetwistbare waarheid: dat men het geloof nooit mag herleiden tot een geheel van voedingsregels of sociale praktijken. Het geloof is iets anders. Het probleem is dat de gnostische radicalisering van deze waarheid het realisme van het christelijk geloof leeg maakt. Het christelijk geloof is immers realistisch. Het christelijk geloof is niet slechts het Credo opzeggen, maar het Credo denken, het Credo voelen, het Credo doen. Werken met de handen. Het gnostische gedachtegoed is “doen alsof”. Het belangrijkste is dat jij in jezelf de spiritualiteit hebt en daarbuiten kun je doen wat je wil. En dat is niet christelijk. Dat is de eerste ketterij van de gnostici, die hier erg ‘in’ is, op dit ogenblik, in vele centra van spiritualiteit en zo verder. Het maakt het getuigenis van deze mensen leeg, dat de concrete tekenen van God in het leven van de gemeenschap aangeeft en weerstand biedt aan de ontaarding van de geest door de gebaren van het lichaam.
Ouderen hebben een belangrijke zending: aan het geloof zijn eer teruggeven!
De gnostische bekoring is een van de – laten we het woord maar gebruiken – ketterijen, een van de godsdienstige afwijkingen vandaag. De gnostische bekoring blijft steeds actueel. In veel stromingen in onze samenleving en in onze cultuur, krijgt de geloofspraktijk een negatieve voorstelling. Soms in de vorm van culturele ironie, soms met een verborgen uitsluiting. De geloofspraktijk wordt door deze gnostici, die al ten tijde van Jezus bestonden, beschouwd als een nutteloze en zelfs schadelijke uitwendigheid, als een ouderwets restant, als een gemaskerd bijgeloof. Samengevat: een zaak voor bejaarden. De druk die deze algemene kritiek uitoefent op jongeren is sterk. Zeker, we weten dat de geloofspraktijk een uiterlijkheid zonder ziel kan worden. Dat is het andere tegengestelde gevaar. Op zich is het dat echter niet. Misschien moeten wij, ouderen, een belangrijke zending opnemen: aan het geloof zijn eer teruggeven. Het coherent maken, wat het getuigenis van Eleazar doet, coherentie tot het einde. De geloofspraktijk is niet het symbool van onze zwakheid, maar eerder het teken van zijn sterkte. We zijn geen jongeren meer. Het was geen mop toen we de weg van de Heer zijn opgegaan.
Geloven is geen zaak “van ouderen” is, maar van het leven!!
Geloof verdient eerbied en eer tot het einde toe: het heeft ons leven veranderd, het heeft onze geest gezuiverd, het heeft ons de aanbidding van God geleerd en de liefde tot de naaste. Het is een zegen voor allen! Heel het geloof, niet een gedeelte. Om een handvol rustige dagen gaan we ons geloof niet schrappen. We zullen doen zoals Eleazar, coherent ten einde toe, tot in het martelaarschap. We zullen in alle nederigheid en sterkte aantonen, precies op onze oude dag, dat geloven geen zaak “van ouderen” is, maar van het leven. Geloven in de Heilige Geest, die alles nieuw maakt, en Hij zal ons graag helpen.
“De kinderen kijken naar ons”.
Geliefde bejaarde broeders en zusters, om niet te zeggen oude – we zijn van dezelfde groep – laten we asjeblieft naar de jongeren kijken. Zij kijken naar ons, laten we dat niet vergeten. Ik denk hier aan de mooie naoorlogse film “De kinderen kijken naar ons”. Wij kunnen hetzelfde zeggen over jongeren: zij kijken naar ons en onze coherentie kan voor hen de weg openen naar een schitterend leven. Een eventuele schijnheiligheid zal daarentegen veel kwaad doen. Laten we voor elkaar bidden. Dat God ons allen, bejaarden, mag zegenen! (bijgaande vertaling is ontvangen via RK Documenten)
Deel 9
In zijn negende catechese over de oude dag tijdens de algemene audiëntie van woensdag 11 mei 2022 sprak de paus over de Bijbelse heldin Judith.
Geliefde broeders en zusters, goedendag!
Vandaag gaan we over Judit spreken, een bijbelse heldin. Het slot van het boek dat haar naam draagt – we hebben een gedeelte beluisterd – geeft een samenvatting van het leven van deze vrouw die Israël verdedigde tegen zijn vijanden. Judit is een jonge deugdzame joodse weduwe. Dankzij haar geloof, haar schoonheid en haar sluwheid redt zij de stad Betulia en het volk van Judea van de belegering door Holofernes. Holofernes was generaal van Nebukadnessar, koning van Assyrië een gewelddadige en misprijzende vijand van God. Door haar sluwe manier van handelen was zij in staat de vijandige alleenheerser die tegen haar land was, te onthoofden. Deze vrouw was moedig, maar had ook geloof.
Heldendom
Na het grote avontuur waarin zij de hoofdrol speelde, gaat Judit opnieuw in haar stad Betulia leven als bejaarde die 105 jaar oud wordt. De tijd van de oude dag was in haar leven gekomen zoals bij vele mensen: soms na een intens leven van arbeid, soms na een avontuurlijk bestaan, of een bestaan van grote inzet. Heldendom is niet slechts gebonden aan grote gebeurtenissen die voor het voetlicht komen, zoals in het geval van Judit die de dictator heeft gedood. Vaak echter bestaat heldendom in de volharding in de liefde besteed aan een moeilijk gezin en ten gunste van een bedreigde gemeenschap.
Pensioen
Judit werd meer dan honderd jaar. Een zeldzame gave. Vandaag is het niet ongewoon dat men na de pensioendatum nog vele jaren kan leven. Hoe deze beschikbare tijd verstaan en vruchtbaar maken? Ik ga vandaag met pensioen en met nog vele jaren te gaan. Wat kan ik in die tijd doen, hoe kan ik verder groeien – in leeftijd, dat gaat vanzelf – maar hoe kan ik groeien in gezag, heiligheid, wijsheid?
Bezorgdheid
Voor velen valt het perspectief van het pensioen samen met een verdiende en gewenste rust, vrij van veeleisende en vermoeiende bezigheden. Het gebeurt echter ook dat het einde van de arbeid een bron van zorgen wordt en met een zekere bezorgdheid wordt verwacht. ‘Wat kan ik aanvangen nu mijn leven de inhoud verliest die het zolang heeft gevuld?’ Dát is de vraag. Dagelijks werk dat is ook een geheel van relaties, het genoegen een inkomen te verdienen om van te leven, de ervaring een rol te spelen, verdiende waardering te genieten, een volle tijd die verder reikt dan een eenvoudig werkrooster.
Kleinkinderen
Zeker, er is de vreugdevolle en vermoeiende inzet om de kleinkinderen bij te staan. Vandaag hebben grootouders een belangrijke rol in het gezin om de kleinkinderen te helpen opgroeien. Vandaag worden wel steeds minder kinderen geboren, maar de ouders zijn vaak ver weg, meer onderworpen aan verplaatsingen, door ongunstige toestanden van werk en huisvesting. Soms aarzelt men om aan de grootouders ruimte tot opvoeding toe te vertrouwen. Die wordt beperkt tot wat nodig is voor de verzorging. Iemand zei me, met een ironische glimlach: Vandaag, in de huidige socio-economische situatie hebben grootouders aan belang gewonnen omdat zij een pensioen hebben.
Er zijn nieuwe behoeften, ook in de sfeer van opvoeding en verwantschap, die erom vragen dat de gangbare band tussen de generaties wordt herzien.
Tederheid en broosheid
Maar, we stellen ons de vraag: doen wij die inspanning tot ‘herziening’? Of ondergaan we eenvoudig traagheid ten gevolge van de materiële en economische omstandigheden? Het samenleven van de generaties duurt feitelijk steeds langer. Trachten we, allen samen, ervoor te zorgen dat het menselijker wordt, gevoelvoller, rechtvaardiger, onder de nieuwe voorwaarden van de moderne samenleving. Voor de grootouders bestaat een belangrijk deel van hun roeping in het ondersteunen van hun kinderen bij de opvoeding van de kleinkindjes. De kleintjes leren de kracht van de tederheid en de eerbied voor de broosheid. Onvervangbare lering die dankzij de grootouders makkelijker overgedragen en aanvaard wordt. De grootouders leren van hun kant dat tederheid en broosheid niet slechts tekenen van aftakeling zijn. Voor jongeren zijn het ervaringen die de toekomst menselijk maken.
Erfenis
Judit werd snel weduwe en zonder kinderen. Maar, als bejaarde vrouw was ze bekwaam een seizoen van volheid en van rust te beleven, in het bewustzijn dat zij de haar door de Heer toevertrouwde zending tenvolle had vervuld. Voor haar is het een tijd om de goede erfenis achter te laten van wijsheid, van tederheid, van gaven voor gezin en gemeenschap: een erfenis van het goede en niet slechts van goederen. Wanneer men aan erfenis denkt dan denkt men vaak aan goederen’ en niet aan het goede dat men als bejaarde heeft gedaan en dat gezaaid werd.
Dat ‘goede’ is de beste erfenis die we kunnen achterlaten.
Talenten en charisma’s
Precies op haar oude dag schonk Judit de vrijheid aan haar voorkeurdienster. Dat is het bewijs van een aandachtig en menselijk oog voor wie haar na is geweest. Deze dienster had haar vergezeld in dat avontuur om de alleenheerser te overwinnen door hem te onthoofden.
Als bejaarden verliest men wat zicht, maar de innerlijke blik wordt scherper: men ziet met het hart.
Men wordt bekwaam om zaken te zien die eerder ontgingen. Bejaarden kunnen kijken en kunnen zien … Zo is dat: de Heer vertrouwt zijn talenten niet slechts toe aan de jongeren en aan de sterken. Hij heeft er voor iedereen, op maat voor iedereen, ook voor bejaarden. Het leven van onze gemeenschappen moet kunnen genieten van de talenten en charisma’s van veel bejaarden die volgens de burgerlijke stand met pensioen zijn, maar een te herwaarderen rijkdom zijn. Dit vraagt, van de bejaarden zelf, een nieuwe aandacht, een edelmoedige beschikbaarheid. De oorspronkelijke mogelijkheden uit het actieve leven verliezen deels hun verplichtend karakter en worden vormen van schenking: onderwijzen, raad geven, bouwen, zorgen, luisteren … Bij voorkeur ten voordele van de meest benadeelden, die zich geen leerschool kunnen veroorloven of die aan hun eenzaamheid werden overgelaten.
Geen centen, maar wijsheid
Judit schonk haar dienster de vrijheid en overlaadde allen met aandacht. In haar jeugd had zij de waardering van de gemeenschap verworven door haar moed. Als bejaarde verdiende ze haar door de tederheid waarmee zij vrijheid en gevoelens verrijkte. Judit is geen gepensioneerde die zwaarmoedig haar leegte beleeft. Zij is een bewogen bejaarde die de tijd die God haar schenkt met geschenken vult. Ik beveel het volgende aan: neemt een dezer dagen in de Bijbel het boek Judit. Het is klein en leest vlot, niet meer dan tien bladzijden. Leest dat verhaal van een moedige vrouw dat op deze wijze eindigt, met tederheid, met edelmoedigheid, een bekwame hoogstaande vrouw.
Zo droom ik mij onze grootmoeders. Allen: moedig, wijs, geen centen als erfenis nalatend, maar de wijsheid uitgezaaid in kleinkinderen.
Een gedachte over “Conferentie Zin en waarde van de ouderdom – 1 t/m 9”
Reacties zijn gesloten.